Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de rechterlijke organisatie vanwege een aantal wijzigingen van pensioenwetgeving (Verzamelwet pensioenen 2017) (kamerstuk 34 674 )
Dit wetsvoorstel is begin februari 2017 bij de Tweede Kamer ingediend. De belangrijkste hierin geregelde onderwerpen zijn de volgende waarbij tekst tussen haken een korte duiding van de inhoud omvat:
1. Uitvoeringsreglement gesloten fondsen en het algemeen pensioenfonds (bij een gesloten fonds vervalt de eis van een uitvoeringsovereenkomst);
2. Elektronische informatieverstrekking;
3. Periodieke vaste stijging variabele pensioenuitkering (een vaste stijging wordt toegestaan);
4. Uitbreiden spreidingstermijn bij de variabele uitkering van 5 naar 10 jaar;
5. Voorwaardelijkheidsverklaring (alleen bij voor de deelnemer relevante individuele aanvullende informatie en niet bij alle informatie verplicht)
6. Raad van toezicht ondernemingspensioenfondsen (bij de “grote” opf’en wordt net als bij bpf’en een RvT verplicht);
7. Verduidelijken aantal meetmomenten beleidsdekkingsgraad;
8. Overgangsrecht website verplichting;
9. Bevoegdheid tot waardeoverdracht bij «herkansing» (dit is van toepassing indien voor de ‘oude gevallen’ waarin de pensioenknip is gebruikt alsnog voor een
variabele uitkering wordt gekozen).
10. Procedure wijziging beroepspensioenregeling;
11. Beroepsrecht verantwoordingsorgaan beroepspensioenfondsen
Extra toelichting:
Punt 3, 4
Het wetsvoorstel Verzamelwet pensioenen 2017 stelt naast een vastgestelde periodieke vaste daling ook een periodieke vaste stijging voor. Deze variatie van de pensioenuitkering komt naast die van de variatie veroorzaakt door beleggingsresultaten en “de ontwikkeling van het sterfteresultaat of de ontwikkeling van de levensverwachting”.[1] Geeft de gepensioneerde juist niet steeds minder uit gedurende deze levensfase en sluit een vaste daling daarom niet beter aan? Uit een recent onderzoek blijkt van niet.[2] De vaste stijging is een welkome aanvulling en leidt mogelijk tot koopkrachtbehoud voor de pensioengerechtigde.
De in dit wetsvoorstel opgenomen langere spreidingsduur kan overigens voor een lagere toekomstige uitkering zorgen, “een groter deel van financiële tegenvallers kan worden doorgeschoven naar de toekomst. Hierdoor wordt het pensioen op hogere leeftijd onzekerder”.[3] Om de variëteit effectief voor de belanghebbende te laten werken en een passende keuze te kunnen maken is een goede financiële planning onmisbaar voor de aspirant pensioengerechtigde.
Punt 9
Voor pensioengerechtigden die tussen 1-1-1949 en 8-10-1950 zijn geboren en waarschijnlijk tussen 1 januari 2014 en 8 juli 2015 zijn gaan genieten van een vastgesteld levenslang ouderdomspensioen was het aankoopmoment niet gunstig. Het middels de premie- of de kapitaalovereenkomst opgebouwde kapitaal is gebruikt ter aankoop van een vastgesteld pensioen tegen een aankooptarief welke door de lage rentestand mogelijk tegenviel. Deze reeds ingegane pensioenen kunnen in 2017 worden omgezet in een variabele uitkering onder een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn terug te lezen in de Staatscourant Nr. 4424, echter het moet ook technisch mogelijk zijn. Heeft u al aanbieders gevonden die en een variabele pensioenuitkering aanbieden en het advies van het Verbond van Verzekeraars opvolgen?
De huidige verzekeraar die geen variabele uitkering uitvoert is bevoegd tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder ten behoeve van de aankoop van een variabele uitkering.[4] “Er is gekozen voor een bevoegdheid tot waardeoverdracht omdat dit het beste aansluit bij de herkansing, die gebaseerd is op wederzijds goedvinden van de betrokken partijen”. [5]
Voetnoot:
[1] Art. 63a lid 1 PW.
[2] Bestedingen van ouderen 2016 (Bestedingen van ouderen –De Ontwikkeling van
het uitgavenpatroon van gepensioneerden onder de loep, Utrecht: Nibud en PwC 2016).
[3] Kamerstukken II 2016/17, 34674, 3, p. 4.
[4] Art. 220a lid 15 PW.
[5] Kamerstukken II 2016/17, 34674, 3, p. 7.
De tekst van wetsvoorstel en memorie van toelichting zijn als bijlage hierbij gevoegd zodat hier volledig kennis van kan worden genomen. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 juli 2017.
Bijlage: Wetsvoorstel Verzamelwet pensioenen 2017
Bijlage: Wetsvoorstel Verzamelwet pensioenen 2017 Memorie van toelichting