Casuïstiek
De zorgplicht voor een advocaat of een andere deskundige zoals een pensioenadviseur:
Een advocaat stelt in opdracht de WW-aanspraken van een werknemer veilig. Niet meer dan dat. Bij de zorgvuldigheidsplicht hoort het goed informeren van een werknemer voordat er een beslissing wordt gemaakt. Dat is niet gebeurd:
Klik hier voor gehele artikel
Streefregeling:
De hybride pensioenovereenkomst/streefregeling is een pensioenregeling die recht geeft op een beoogd pensioen. Er wordt beoogd, gestreefd. Deze pensioenovereenkomst kwam onder de Pensioen en Spaarfondsenwet vooral bij verzekeraars voor. De zogenaamde kapitaalsverzekering met pensioenclausule. De huidige Pensioenwet kent drie karakters; een kapitaal-, uitkerings- en premieovereenkomst. Een kapitaalovereenkomst beoogt volgens de huidige Pensioenwet geen pensioen, maar garandeert een kapitaal. De streefregeling kan daardoor geen kapitaalovereenkomst zijn. Dus blijft de premie- of uitkeringsovereenkomst over. Welke van de twee? Een kwestie van uitleg. Hoe wordt de pensioenovereenkomst geïnterpreteerd? Een kant en klaar antwoord bestaat niet.
Klik hier voor gehele artikel
Hoe het voorwaardelijk pensioen te beschermen bij ontslag?
Pensioenaanspraken vormen een belangrijk onderdeel van het totale arbeidsvoorwaardenpakket. Toch krijgen de pensioengevolgen én mogelijkheden bij een ontslag vaak te weinig aandacht, zo ook het voorwaardelijk VPL-pensioen. Deze komt normaal gesproken te vervallen bij ontslag. Als de werknemer daar in het voorafgaande ontslagtraject niet over is geïnformeerd kan de schade op de werkgever worden verhaald. Volledig geïnformeerd had de werknemer misschien wel een andere keuze gemaakt. Er zijn immers mogelijkheden het VPL-pensioen (tijdelijk) te beschermen.
Klik hier voor gehele artikel
Perikelen uitvoeringsovereenkomst
Zomaar een aantal voorwaarden, bij de totstandkoming, verlenging/beëindiging van een uitvoeringsovereenkomst of in combinatie met een uitvoeringsreglement.
Bij de totstandkoming moet de uitvoeringsovereenkomst door beide partijen worden ondertekend.
Zodra het aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst tussen de werknemer en werkgever is aanvaard moet er onmiddellijk een schriftelijke uitvoeringsovereenkomst met een pensioenuitvoerder worden afgesloten. Zo schrijft artikel 23 lid 1 Pensioenwet voor. Daarmee worden de voor pensioen bestemde gelden veilig buiten de onderneming gebracht, totdat er niet meer wordt betaald en blijkt dat de uitvoeringsovereenkomst niet schriftelijk tot stand is gekomen. Zo was er een zaak waarbij de werkgever eerder aan de pensioenverzekeraar premies had overgemaakt. De uitvoeringsovereenkomst was echter niet schriftelijke tot stand gekomen. Voor het UWV de reden de achterstallige pensioenpremies niet over te nemen (CRvB 13 maart 2013, PJ 2013/79). De werknemers waren de dupe, het tijdelijke UWV-vangnet van maximaal één jaarpremie bleek hierdoor niet aanwezig.
Lees hier meer over dit onderwerp
Voor pensioengerechtigden die tussen 1-1-1949 en 8-10-1950 zijn geboren en waarschijnlijk tussen 1 januari 2014 en 8 juli 2015 zijn gaan genieten van een vastgesteld levenslang ouderdomspensioen was het aankoopmoment niet gunstig. Het middels de premie- of de kapitaalovereenkomst opgebouwde kapitaal is gebruikt ter aankoop van een vastgesteld pensioen tegen een aankooptarief welke door de lage rentestand mogelijk tegenviel. Deze reeds ingegane pensioenen kunnen in 2017 worden omgezet in een variabele uitkering onder een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn terug te lezen in de Staatscourant Nr. 4424, echter het moet ook technisch mogelijk zijn. Heeft u al aanbieders gevonden die en een variabele pensioenuitkering aanbieden en het advies van het Verbond van Verzekeraars opvolgen?
Zie ook bericht hierover
VERPLICHTSTELLING STIPP EN BEGRIP UITZENDOVEREENKOMST.
De Hoge Raad beslist dat voor het begrip uitzendovereenkomst niet is vereist dat vraag en aanbod van (tijdelijke) arbeid ter vervanging van werknemers bij elkaar worden gebracht. Indien een onderneming werknemers langdurig ter beschikking stelt van de opdrachtgever voor werkzaamheden is er een uitzendovereenkomst en is de verplichtstelling van Stipp dus van toepassing. Geen andere vereisten, met name niet eis van allocatiefunctie of tijdelijkheid van ter beschikking stellen, aan uitzendovereenkomst dan uit art. 7:690 BW voortvloeit.
De Hoge Raad overweegt: Uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 7:690 BW kan niet worden afgeleid dat voor het aannemen van een uitzendovereenkomst andere vereisten gelden dan vermeld in deze bepaling. De tekst van art. 7:690 BW eist niet dat de bij de derde te verrichten arbeid tijdelijk is, noch impliceert deze een beperkende ‘allocatiefunctie’ als door het onderdeel wordt bepleit.
Dit heeft mogelijk grote gevolgen voor de slagkracht van STIPP. Detacheringsbedrijven en payroll bedrijven vallen als hun werknemers elders werken (ook al is het tijdelijk) onder STIPP. Veel detacheerders en payrollbedrijven zullen zich dit nog niet (voldoende) realiseren. Misschien hebben zij al wel jaren een gelijkwaardige regeling of niet en kan STIPP met terugwerkende kracht premie vorderen. Zaak om daar uw klantbestand goed op na te lopen.
Indien u ook een interessante casus wil inbrengen, mail naar redactie@pensioenwiki.nl
Samenhangende berichten en publicaties: