Actuele rechtspraak 5 maart 2018
PREMIE NIET AFGEDRAGEN, WEL INGEHOUDEN OP SALARIS. PREMIE ALSNOG VERSCHULDIGD, BEHALVE VOOR RISICOVERZEKERINGEN
Afwijzing van die laatste vordering omdat deze verzekeringen geen waarde hebben. Vordering tot vergoeding ‘fiscaal nadeel’ afgewezen want onvoldoende bepaald wat dit (wat betreft bedragen) is
Rechtbank Midden-Nederland 25 februari 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:747
Wet: 24 en 29 Penisoenwet
MELDING BETALINGSONMACHT ART. 23 WET BPF 2000 ZIET IN BEGINSEL OOK OP TOEKOMSTIGE PREMIES
Anders dan het Pensioenfonds heeft betoogd kan deze melding wel worden aangemerkt als een geldige melding voor de toekomstige termijnen. Zolang nog sprake is van een betalingsachterstand behoeft niet opnieuw een zodanige melding te worden gedaan, tenzij het Pensioenfonds de betalingsplichtige na ontvangst van een betaling schriftelijk doet weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten (HR 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:3019).
Rechtbank Noord Holland 14 februari 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1426
Wet: 23 Wet Bpf 2000
BEREKENING VAN HET PENSIOEN IS SLECHTS EEN ADMINISTRATIEVE HANDELING EN GEEN RECHTSHANDELING. DAAROM GEEN BEROEP OP VERTROUWEN OP BASIS VAN EEN RECHTSHANDELING. WEL SCHENDEN ZORGPLICHT DOOR ONJUISTE INFORMATIE OVER DE HOOGTE VAN HET PENSIOEN, MAAR GEEN SCHADE
Het hof is met [appellant] van oordeel dat op het Pensioenfonds de plicht rust hem van juiste en volledige informatie te voorzien. Daarin is het Pensioenfonds tekortgeschoten toen het de Pensioenberekening 2008 aan [appellant] verstrekte. Het Pensioenfonds heeft [appellant] immers zonder voorbehoud een te hoog bedrag genoemd waarop hij als gevolg van de omzetting aanspraak zou kunnen maken. Dat [appellant] door deze tekortkoming enige schade heeft geleden is echter niet aannemelijk geworden. [appellant] heeft immers door de fout van het Pensioenfonds niet minder pensioen gekregen dan waar hij recht op had.
Hof Den haag 9 januari 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1
Wet: 3:35 BW