Actuele rechtspraak week 12-19 september 2016
VERZET TEGEN LIQUIDATIE PENSIOENFONDS ONGEGROND VERKLAARD. GEEN BELANG VOOR EX DEELNEMERS EN VERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN.
Een deelnemer heeft tijdig verzet ingesteld tegen liquidatie pensioenfonds. Omdat de verzekeraar heeft verklaard alle eventuele vorderingen van deze persoon te zullen betalen, heeft hij geen belang meer. Ter zitting zijn andere ex-deelnemers en vereniging pensioengerechtigden tussengekomen en stellen een belang te hebben. Dat is een eigen belang waarvoor zij zelf verzet hadden moeten aantekenen. Dat de termijn daarvoor is verstreken maakt hen thans geen belanghebbende.
Rechtbank Amsterdam 8 september 2016 – =ECLI:NL:RBAMS:2016:5668
Wet: art. 2:23b Bw
VERPLICHT BPF VLAKGLAS. UITLEG CRITERIUM ‘IN HOOFDZAAK’ BIJ BEPALING DAT DE ONDERNEMING ZICH ‘IN HOOFDZAAK’ MET BEPAALDE WERKZAAMHEDEN MOET BEZIGHOUDEN. GEEN GERUISLOZE OVERGANG VAN VERPLICHTE DEELNEMING NAAR VRIJWILLIGE DEELNEMING
Dit begrip is in de verplichtstelling nader als volgt ingekaderd: in hoofdzaak, indien het aantal betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers dat betrokken is bij eventuele andere activiteiten van de werkgever; in geval het niet mogelijk is exact aan te geven welk aantal werknemers regelmatig betrokken is bij respectievelijk de groothandels-, glasbewerkings- of glazeniersactiviteit, zal bepalend zijn de omzet ten opzichte van de omzet in eventuele andere activiteiten van de werkgever
de kantonrechter heeft , onder toepassing van de zogenaamde cao-norm, beslist dat het bij de uitleg van het begrip ‘in hoofdzaak’ erom gaat dat de werkzaamheden die vallen onder ‘glas’ niet worden afgezet tegen alle andere gezamenlijke activiteiten van Odin (de werkgever), maar tegen iedere afzonderlijke andere activiteit. Die uitleg betwist Odin en het hof volgt dat: Het begrip ‘in hoofdzaak’ houdt naar normaal spraakgebruik in: het merendeel. Van Dale omschrijft ‘hoofdzaak’ als ‘belangrijkste, gewichtigste zaak, aangelegenheid of deel’ en plaatst het tegenover het begrip ‘bijzaak’. Dat betekent niet per definitie dat ‘in hoofdzaak’ meer dan 50% betekent, maar het vormt daartoe wel een belangrijke aanwijzing. In andere zaken waarin bepalingen als de onderhavige aan de orde zijn geweest, werd eveneens uitgegaan van een absolute en niet van een relatieve meerderheid. [..] Voorts acht het hof van belang dat een andere uitleg ertoe zou leiden dat zelfs een kleine minderheid van werkzaamheden bepalend is voor de vraag of een werkgever onder de verplichtstellingsbeschikking valt, zolang als maar vaststaat dat die kleine minderheid telkens groter is dan iedere andere kleine minderheid. Dat kan leiden tot afbakeningsproblemen met meerdere pensioenfondsen en geeft grote onzekerheden.
Hof Den Bosch 6 september 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4026
Wet; art. 2 lid 1 wet bpf 2000