Actuele rechtspraak 3 juli 2017
AFSTAND VAN DEELNEMING IN PENSIOENREGELING.
Voorafgaand aan de indiensttreding, op 27 maart 2013, heeft [X] aan [eisende partij] een afstandsverklaring met betrekking tot de pensioenregeling aangeboden. [eisende partij] en haar toenmalige partner hebben deze afstandsverklaring ondertekend. De vordering om alsnog aanmelding bij pensioenverzekeraar tot stand te brengen en premies te betalen wordt dus afgewezen. Dit is vrijheid werknemer om geen pensioenovereenkomst aan te gaan.
Rechtbank Limburg 28 juni 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:6071
Wet: 65 Pensioenwet
PENSIOENFONDS GEBONDEN AAN GEGEVENS OMTRENT PENSIOEN IN AANVRAAGFORMULIER VOOR PENSIOEN.
Met name omdat de rechtbank dit aanmerkt als aanbod dat is aanvaard door terugsturen met bewijsstukken en bovendien heeft werknemer de onomkeerbare beslissing van ontslagname genomen. De verwijzing naar rechtspraak dat UPO geen rechtshandeling is gaat aldus niet op. Ook het argument dat aanspraken alleen door het pensioenreglement worden bepaald niet, want hier was immers een (bovenreglementaire) overeenkomst gesloten
Rechtbank Den Haag 30 november 2016 en 10 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2016:17098 en ECLI:NL:RBDHA:2017:7283
Wet: 3:35 BW