Actuele rechtspraak 30 mei 2017: werkingssfeer bpf landbouw in relatie tot oogsten vis/kaviaar
WERKINGSSFEER BPF LANDBOUW IN RELATIE TOT OOGSTEN VIS/KAVIAAR. De vraag is of dit een dierhouderijonderneming is in de agrarische sector. De kantonrechter vond van wel, het Hof niet omdat de verplichtstelling zo uitgelegd moet worden dat het gaat om activiteiten op het land (droog) en niet in water (nat). Dat een vis een dier is maakt dit niet anders gelet op de naam van het fonds (landbouw). Uit het enkele feit dat de onderneming na toezending van premienota’s om een betalingsregeling heeft verzocht, kan niet worden afgeleid dat er een verbintenis (door erkenning) tot betaling van premies tot stand is gekomen. De vordering tot verklaring van recht dat de onderneming (ook) niet onder de cao wordt afgewezen. De vordering was ingesteld om te voorkomen dat zij op grond van de cao tot premiebetaling zou worden aangesproken. Het hof baseert de afwijzing van deze vordering op de volgende redenering: zij ziet over het hoofd dat haar vordering niet jegens BPL kan worden toegewezen. BPL is immers niet een bij die rechtsverhouding onmiddellijk betrokken persoon. [geïntimeerde] kan tot nakoming van eventuele verbintenissen uit de cao dierhouderij worden aangesproken door partijen die betrokken zijn bij die cao en/of door haar werknemers. Niet valt in te zien waarom zij belang heeft bij een verklaring voor recht jegens BPL die niet bij die cao betrokken is.
Hof Den Bosch 30 mei 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2280