Actuele rechtspraak februari 2017
GEDIFFERENTIEERD KORTEN DOOR PENSIOENFONDS MAG
Hof Amsterdam 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:550
Het fonds verkeerde in onderdekking en moest korten. Daarbij maakte het fonds onderscheid tussen werknemers van wie de werkgever een extra bijstorting had gedaan om korting te verminderen en werknemers van wie de werkgevers geen of een kleinere storting hadden gedaan. De laatste werknemers kregen een grotere korting. Het hof acht dit niet in strijd met de regels over korting, art. 134 Pensioenwet, niet in strijd met het verbod van ringfencing, art. 123 Pensioenwet, en niet onevenwichtig, art. 105 Pensioenwet.
VALT DETACHERINGSBUREAU ONDER STIPP? Hof beantwoordt vraag bevestigend
Hof Amsterdam 13 december 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5367
Appel van ECLI:NL:RBAMS:2015:886. Anders dan de eerste rechter oordeelde, valt het detacheringsbureau wél onder de verplichtstelling van STiPP. Alsnog toewijzing pensioenpremievordering.
PENSIOENGELD MAG BESTEED WORDEN VOOR VPL FINANCIERING
CBB 15 februari 2017, ECLI:NL:CBB:2017:58
De vorming van reserves door het Pensioenfonds met het oog op de financiering van toekomstige pensioenaanspraken (VPL-toezeggingen) is niet in strijd met artikelen 105, 129 en 143 van de Pensioenwet
Weer erkent het CBB dat het pensioenfonds beleidsvrijheid toekomst bij invulling van de open norm (zoals bij de goudbelegging, toen ging het om prudent person, thans om evenwichtig). Dat het VO heeft ingestemd is een belangrijke factor dat er evenwichtig is gehandeld. De onttrekking van vermogen voor de financiering van voorwaardelijk pensioen is geen (indirecte) premiekorting, zoals DNB had betoogd, en dat in 2005 de overeenkomst over uitvoering niet op schrift is gesteld is niet onevenwichtige bedrijfsvoering, nu DNB pas in 2012 een schriftelijke overeenkomst is gaan eisen.
PERSOONLIJKE AANSPRAKELIJKHEID BESTUURDER VOOR NIET BETAALDE PREMIES EX 23 WET BPF 2000
Hof Den Haag 14 februari 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:197
De uitspraak volgt de lijn dat algemene mededeling niet voldoende zijn. Niet voldoende als rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht is de enkele mededeling dat geen rekening is gehouden met de premies en dit tot deconfiture zal leiden, omdat dit onvoldoende onderbouwing is van de reden waarom niet wordt betaald. Niet voldoende disculpatie is de argumentatie dat de premie niet was verdisconteerd in de tarieven en aldus geen verwijt van niet betalen zou zijn te maken.
VERBODEN LEEFTIJDONDERSCHEID BIJ ONTSLAGVERGOEDINGEN IN SOCIAAL PLAN
Rechtbank Amsterdam 8 februari 2017,ECLI:NL:RBAMS:2017:906
De procederende werknemer die met de aftopping te maken krijgt ontvangt dus een lagere vergoeding dan een werknemer die die aftopping niet krijgt (dat zijn de jongere werknemers bijgevolg) en bovendien is de link met de vroegpensioenleeftijd een vorm van verboden leeftijdonderscheid. Hier voor acht de rechtbank geen rechtvaardiging te meer daar de werknemer helemaal niet met vroegpensioen wilde maar wilde doorwerken tot AOW en dus is er benadeling van werknemers die op de arbeidsmarkt actief willen blijven. De link met eerdere uitspraken waar een aftopping voor werknemers die werkelijk met pensioen gingen toelaatbaar is bevonden, gaat niet op.
CONSERVERENDE AANSLAG BIJ EMIGRATIE NAAR ZWEDEN TERECHT OPGELEGD OMDAT DE MOGELIJKHEID BESTAAT DAT NEDERLAND NIET KAN HEFFEN
Hof Den Bosch 18 november 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5157
Artikel 18 Verdrag Nederland-Zweden, artikel 3.83, lid 1, Wet IB 2001. Conserverende aanslag ingevolge artikel 3.83, lid 1, Wet IB 2001 niet in strijd met de goede trouw die geldt bij de toepassing en uitleg van het Verdrag, vgl. arrest BNB 2011/160. Conserverende aanslag en beschikking revisierente, na de ambtshalve vermindering van de Inspecteur, niet te hoog vastgesteld.
AANKONDIGING VAN PREJUDICIËLE VRAAG AAN DE HOGE RAAD OF HET ONTHOUDEN VAN DE TRANSITIEVERGOEDING BIJ OF NA DE PENSIOENLEEFTIJD GEEN VERBODEN LEEFTIJDONDERSCHEID IS
Hof Den Bosch 2 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:345
Eerst aanleg:
Geen recht op transitievergoeding want arbeidsovereenkomst is opgezegd na de AOW leeftijd
Rechtbank Limburg 30 juni 2016, ECLI:NL:RBLIM:2016:5418