Update wet -en regelgeving

32 043 Toekomst pensioenstelsel – AFKOOP KLEIN PENSIOEN

Nr. 348 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De volgende plannen zijn hierin vervat:

Regeling klein pensioen
Het is de bedoeling dat voor nieuwe kleine pensioenen het recht van pensioenuitvoerders vervalt om kleine pensioenen af te kopen. Hiervoor in de plaats komt het recht voor alle uitvoerders om – zonder tussenkomst van de gewezen deelnemer – kleine pensioenen over te dragen naar de nieuwe uitvoerder waar de deelnemer actief opbouwt. Voor een plicht voor uitvoerders om kleine pensioenen over te dragen naar een nieuwe uitvoerder, is thans geen noodzaak omdat er uitvoerders zijn die nu bewust geen afkoopbeleid voeren. In dat geval behouden die kleine pensioenen in hun administratie ook de pensioenbestemming. Een plicht tot waardeoverdracht zou voor deze uitvoerders tot onnodige extra kosten leiden.
Wel moeten alle uitvoerders inkomende waardeoverdrachten via dit systeem accepteren, om de kans op het vinden van een nieuwe uitvoerder zo groot mogelijk te maken. Uitvoerders die kiezen om mee te doen aan het systeem, mogen op vrijwillige basis ook reeds bestaande kleine pensioenen overdragen. Ik bezie thans of hier nog nadere voorwaarden aan verbonden moeten worden.
Hele kleine pensioenen
In mijn brief van 14 april heb ik ook aangekondigd te zullen bezien of hele kleine bedragen aan pensioenrechten simpel kunnen worden afgewikkeld. Pensioenuitvoerders in met name sectoren met veel kortlopende contracten moeten buitenproportioneel veel kosten maken voor het administreren van deze hele kleine pensioenen. Afkooppogingen van deze kleine pensioenen zijn vaak niet succesvol. De kosten van de administratie en afkooppogingen worden betaald door het hele collectief en staan naar mijn mening niet in verhouding tot het belang van de kleine pensioenaanspraak voor de individuele deelnemer. Het is daarom de bedoeling dat deze hele kleine rechten komen te vervallen. Het is de vraag waar het omslagpunt ligt. De gedachten gaan ernaar uit die grens voor premieovereenkomsten te stellen op een afkoopwaarde € 14,–, vergelijkbaar met de grens die de Belastingdienst hanteert om te veel betaalde loonbelasting niet terug te storten. Dit komt bij een uitkeringsovereenkomst neer op ongeveer een levenslange uitkering van € 2,– bruto per jaar. Het is de bedoeling dat deze regeling gaat gelden voor bestaande en nieuwe aanspraken waarbij nog moet worden bezien of dit voor alle pensioenuitvoerders kan gelden, of alleen voor die uitvoerders die deelnemen aan het systeem van automatische waardeoverdracht. Daarbij wordt thans ook nog gekeken naar de juridische vraagstukken van eigendom en gelijke behandeling.

34 606 Voorstel van wet van het lid Krol tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het invoeren van een maatregel tot onder meer aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen (Wet aanpassing disconteringsvoet)

De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 126 wordt een lid toegevoegd, luidende:
· 4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald bij welke veranderingen van de economische omstandigheden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, rekening wordt gehouden met een prudente inschatting van de lange termijn structurele renteniveaus bij de berekening van de technische voorzieningen, alsmede welk minimumrentepercentage dan wordt gehanteerd in afwijking van de beginselen, genoemd in het tweede lid, onderdelen a en c. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.
B
Aan artikel 133a wordt een lid toegevoegd, luidende:
· 3. Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 126, vierde lid, wordt de beleidsdekkingsgraad buiten toepassing gesteld.
Uit de memorie van toelichting:

Het wetsvoorstel regelt de volgende onderwerpen:

a. tijdelijke afwijking van marktwaardering ingeval van gewijzigde economische omstandigheden door tijdelijke aanpassing van de disconteringsvoet; en
b. schrappen van de beleidsdekkingsgraad.
In de subparagrafen 4.1 en 4.2 worden deze onderwerpen toegelicht.

Initiatiefnemer wenst de mogelijkheid te creëren om tijdelijk af te wijken van marktwaardering in geval van gewijzigde economische omstandigheden door aanpassing van de disconteringsvoet. De IORP-richtlijn biedt daarvoor de ruimte. Deze pensioenrichtlijn schrijft voor dat de rente waarmee de verplichtingen worden vastgesteld prudent moet worden bepaald. Dat mag zowel op basis van een prudent verwacht rendement als op basis van marktrenten, zie artikel 15, vierde lid, onderdeel b, IORP-richtlijn (2003/41/EG).

Wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer aanvaard in Tweede Kamer en ingediend bij Eerste Kamer
34 555 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten tot uitfasering van het pensioen in eigen beheer en het treffen van enkele fiscale maatregelen inzake oudedagsvoorzieningen (Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen)

de inwerkingtreding is nog steeds bepaald op 1 januari 2017. Afkoop van pensioen in eigen beheer blijft nog mogelijk. Voor 1 april 2017 moet een keuze zijn gemaakt door de dga.

Actuele rechtspraak november 2016

INSTEMMINGSRECHT OR MET OPZEGGING UITVOERINGSOVEREENKOMST? (ONDER DE “NIEUWE” BEVOEGDHEDEN VAN OR OVER PENSIOEN). NEEN WANT BIJ CAO GEREGELD

 

Rechtbank Amsterdam 30 november 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:7912

Wet: 27 lid 7 WOR

KLM wil uitvoeringsovereenkomst wijzigen, komt hier niet uit met de bonden en probeert nu via de OR instemming te krijgen om de pensioenregeling onder te brengen bij een andere uitvoerder, een onderwerp dat thans onder het instemmingsrecht van art. 27 lid 7 WOR valt. De OR weigert instemming. KLM vraagt vervangende instemming. Echter nu de uitvoerder bij cao is aangewezen, komt de ondernemingsraad geen instemmingsrecht toe.

EL: het komt over als truc om de bonden uit het wiel te willen rijden. Ook voor de nieuwe OR bevoegdheden ten aanzien van pensioen geldt de normale instemmingsregels, dus cao gaat voor instemmingsrecht OR. Over de nieuwe bevoegdheid, instemming met keuze uitvoerder, dus geen inhoudelijke uitspraak in dit geval.

 

BEPERKTE EMAIL CORRESPONDENTIE IN DIT GEVAL NIET AAN TE MERKEN ALS OVEREENKOMST MET HET OOG OP DE SCHEIDING ALS BEDOELD IN ART. 4 WET VPS OMDAT HIERUIT BLEEK DAT PP NOG IN ONDERHANDELING WAREN

 

Hof Den Haag 25 oktober 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3439

Wet: art. 4 Wet vps

Een afwijkende kan via notariele akte of bij schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding. Nu zou email correspondentie wellicht, zeker indien geprint, als vorm van schriftelijke vastlegging kunnen gelden, maar in dit geval duidde de inhoud te weinig op voldoende aanbod en aanvaarding daarvan.

 

VERHOGING AOW LEEFTIJD MAAKT GEEN INBREUK OP HET EIGENDOMSRECHT

CRvB 25 november 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4507

Wet: art. 1 Eerste Protocol EVRM

Recht tot recht aan toetsing van overheidsoptreden: een redelijke grond, bij wet geregeld, geen onevenredig zware last. Dus geen inbreuk.

 

SCHENDING ZORGPLICHT ASSURANTIETUSSENPERSOON DOOR BIJ ADVISERING OVER INKOMENSITUATIE NA OVERLIJDEN PARTNER ZICH NIET TE VERDIEPEN IN HET BESCHIKBARE PENSIOEN

 

Hof Amsterdam 15 november 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4640

De zorgplicht is belangrijk, Ook voor pensioenuitvoerders.

 

WERKINGSSFEER BPF LANDBOUW. VRAAG OF DE ACTIVITEIT VAN MENGEN VAN SAPPEN HEEFT TE GELDEN ALS HET FABRIEKSMATIG VERWEREN VAN UIT FRUIT VERVAARDIGD HALFFABRICAAT

 

Rechtbank Rotterdam 11 november 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:9099

Wet: art. 2 Wet Bpf 2000

Erg feitelijk geschil.

VRAAG OF EENZIJDIGE WIJZIGING PENSIOENOVEREENKOMST IN DIT GEVAL RECHTENS KAN. HOF WENST NADERE INLICHTINGEN OF HET AANBOD ALS REDELIJK VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE PENSIOENREGELING IS AAN TE MERKEN

 

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 mei 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3513

Wet: 19 Pensioenwet, 7:611 BW

Rubriek: Pensioenwet.

Er was geen wijzigingsbeding, dus niet instemmen is alleen te omzeilen indien de goed werknemer een redelijk voorstel tot wijziging had moeten aanvaarden.